Hoe maken we Rotterdam veilig voor iedereen, ongeacht seksuele gerichtheid of genderidentiteit? Deze vraag stond centraal tijdens het Rotterdam Pride Seminar MIND THE GAP, dat op 21 september plaatsvond in het Nieuwe Instituut. Tijdens het seminar kregen deelnemers de kans om hun kennis bij te spijkeren, inspiratie op te doen en nieuwe allianties te smeden.

Meer dan 90 procent van de Nederlandse burgers zegt homoseksuele mannen en lesbische vrouwen te accepteren. Toch krijgen lhbti-personen vaker met geweld te maken dan heteroseksuelen. Ook voelen zij zich vaker onveilig op straat. “We mogen best dankbaar zijn dat we in Nederland wonen”, vindt Anita Nanhoe, voorzitter van Rotterdam Pride. “Maar als het aankomt op lhbti-emancipatie, zijn we er nog lang niet.”

Verschillende Rotterdamse organisaties sloegen tijdens het seminar letterlijk de handen ineen om zich samen in te zetten voor lhbti-veiligheid. Onder andere IDEM Rotterdam, The Hang-Out 010, Transcafé Rotterdam en RADAR bundelen voortaan de krachten onder de naam Rotterdamse Alliantie Natuurlijk Samen. De alliantie legt zich toe op het verbeteren van het veiligheidsgevoel van lhbti-personen, het delen van kennis hierover en het signaleren van onveilige situaties.

Angst voor pesterijen

Ook op de werkvloer is het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt om zichzelf te zijn, volgens Jojanneke van der Toorn (Universiteit Leiden). Als ‘s werelds eerste hoogleraar op de bijzondere leerstoel Workplace Pride doet zij uitgebreid onderzoek naar inclusiviteit op het werk. Daaruit blijkt dat lhbti-personen die uit de kast zijn een hogere commitment hebben en minder last krijgen van psychologische klachten. Onderzoek wijst echter ook uit dat het lang niet zo makkelijk is om op het werk open te zijn over seksuele oriëntatie en genderidentiteit. “De maatschappij bekijkt de wereld met een heteronormatieve lens. Veel heteroseksuelen denken dat seksuele gerichtheid niets uit zou moeten maken op de werkvloer, maar zij zien niet hoeveel moeite het lhbti-ers kan kosten om hun verhaal te delen met collega’s, bijvoorbeeld uit angst voor negatieve reacties en pesterijen.”

 

Volgens Van der Toorn zijn er een aantal maatregelen die organisaties kunnen nemen om de inclusiviteit op de werkvloer te vergroten. “Kennisoverdracht over de lhbti-gemeenschap aan werknemers is belangrijk, maar draag ook zorg voor het vergroten van empathisch vermogen. Maak seksuele gerichtheid en genderidentiteit bespreekbaar, maar neem ook weerstand hiertegen serieus. Verder helpt het om diversiteitsbeleid niet over te laten aan één persoon of afdeling, maar door te voeren in alle facetten van de organisatie.”

Onbewuste vooroordelen

Hoe makkelijk het is om impliciete vooroordelen te hebben over lhbti-personen, blijkt uit de kennislabs die tijdens het seminar gevolgd kunnen worden. Tijdens het kennislab ‘Hoe creëer je een inclusieve werkvloer?’ worden de deelnemers gevraagd om eigen ervaringen met discriminatie op de werkvloer te delen. “Ik werkte vroeger bij als cassière in een supermarkt. Toen ik aan mijn teamleider vertelde dat ik lesbisch ben, zei hij dat ik dat beter voor mezelf kon houden”, vertelt een van hen. “Ik had een collega die steeds grappen maakte over mijn coming out. Het was niet slecht bedoeld, maar hij zag ook niet in dat ik het niet kon waarderen”, vertelt een ander.

Aan de hand van een simpele impliete-associatietest toont workshopleider Tikho dat iedereen onbewuste associaties heeft over bepaalde groepen mensen. Maar hoe voorkom je dat deze een negatieve invloed hebben op de manier waarop je met collega’s omgaat? Organisaties kunnen bijvoorbeeld investeren in positieve beeldvorming over bepaalde groepen, een gedragscode tegen discriminatie opstellen en het eigen beleid kritisch onder de loep nemen. Ook individuele professionals kunnen bijdragen aan een inclusievere werkvloer, bijvoorbeeld door niet af te gaan op eerste indrukken en in contact te komen met groepen waar vooroordelen over bestaan. Een belangrijke eerste stap is om ervan bewust te zijn dat iedereen (onbewuste) vooroordelen heeft.

Vier ingrediënten

Kennis draagt bij aan die bewustwording, vinden de makers van The Genderbread Kit, een lesprogramma dat ontwikkeld is om middelbare scholieren op speelse en toegankelijke wijze meer te leren over gender- en seksuele diversiteit. Tijdens een kennislab ervaren deelnemers in vogelvlucht hoe de workshop in elkaar steekt. “Ieder mens bestaat uit vier ingrediënten: sekse, gender, genderexpressie en aantrekkingskracht”, vertelt Jonah, mede-oprichter van de kit.

“We hebben vaak de neiging om mensen in het hokje ‘man’ of ‘ vrouw’ te plaatsen, maar wat velen bijvoorbeeld niet weten, is dat er 44 verschillende soorten intersekselijven bekend zijn.” Met vrolijke video’s en metaforen maakt The Genderbread Kit duidelijk dat gender- en seksuele diversiteit niet in twee of drie hokjes samen te vatten is, maar eindeloze variaties heeft. Of zoals Jonah samenvat: “Ieder mens heeft een eigen recept.”