Veiliger Rotterdam voor lhbti’s

Veiliger Rotterdam voor lhbti’s

Een veiliger Rotterdam voor homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen, transgender personen en mensen met een intersekse-conditie (lhbti-personen). Dat is het streven van de Rotterdamse Alliantie Natuurlijk Samen, waarin diverse Rotterdamse organisaties en de landelijke Gay Straight Alliance voor veilige wijken, Natuurlijk Samen, de krachten bundelen. Ook IDEM Rotterdam is partner van de alliantie.

(meer…)

Kan Rotterdam het voorbeeld van diversiteit in de cultuursector worden?

Kan Rotterdam het voorbeeld van diversiteit in de cultuursector worden?

Al meer dan dertig jaar wordt er gepraat over het gebrek aan diversiteit in de kunst- en cultuursector. Toch wordt er op dit vlak weinig vooruitgang geboekt: veel gesubsidieerde Rotterdamse theaters, podia en musea hebben grote moeite om een jonger, bicultureel publiek aan te trekken. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) onderzoekt binnen een vierjarig adviestraject hoe dit komt en hoe het beter kan.

“Een woud van werkelijkheden”, noemt Diana Chin-A-Fat (beleidsadviseur RRKC) de diversiteitsdiscussie in de cultuursector. “Sommigen zien het probleem niet echt, anderen willen er wel wat aan doen, maar weten niet goed hoe. En dan is er nog de vraag bij wie de verantwoordelijkheid ligt om verandering teweeg te brengen: beleidsmakers, kunst- en cultuurinstellingen of subsidieverstrekkers?”

De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur heeft de taak om de gemeente te adviseren over kunst- en cultuurbeleid. Zo publiceert de RRKC eens in de vier jaar een advies en verdelingsvoorstel voor het Cultuurplan, de gemeentelijke toekenning van vierjarige cultuursubsidies. In het Cultuurplanadvies voor de periode 2017 – 2020 kwam de diversiteit van het cultuuraanbod uitgebreid aan bod. Diana Chin-A-Fat: “De RRKC is van mening dat de cultuursector een afspiegeling moet zijn van de samenleving. De helft van alle Rotterdammers heeft een migratieachtergrond, maar dat zie je niet terug in het publiek van de meeste gesubsidieerde theaters, podia en musea. Al jaren is er daarom een roep om een cultuuraanbod dat een breder publiek aanspreekt.”

Niemand afrekenen

Eind 2016 nam de gemeenteraad een motie van NIDA en PvdA Rotterdam aan, waarin verzocht wordt om het diversiteitsgehalte van de culturele sector verder te onderzoeken. De RRKC neemt deze taak de komende jaren op zich. Onderdeel daarvan zijn groepsgesprekken met Rotterdamse makers, maar ook een survey. Deze wordt verspreid onder alle instellingen binnen het huidige Cultuurplan en moet concrete cijfers over de mate van diversiteit binnen de Rotterdamse cultuursector opleveren. Chin-A-Fat: “Over het thema diversiteit bestaan veel verschillende meningen en emoties, maar er is ook onenigheid over de omvang van het probleem. In samenwerking met de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit meten we daarom het feitelijke diversiteitsgehalte van de sector op drie gebieden: personeel, programmering en publiek.”

Alleen de resultaten over de sector als geheel worden uiteindelijk verspreid. Het wordt dus niet mogelijk om het diversiteitsgehalte van een specifiek theater of museum op te zoeken. „De survey is nadrukkelijk geen meting van prestaties van individuele instellingen”, legt Chin-A-Fat uit. “We willen culturele instellingen de kans geven om vrijuit te antwoorden en eerlijk te zijn over wat goed gaat, maar ook over hun dilemma’s en knelpunten.”

Gesprek

In november worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd en besproken tijdens een werkbijeenkomst over culturele diversiteit. “Dat daar meteen oplossingen uitkomen, is niet ons doel”, zegt Chin-A-Fat. “Tijdens de werkbijeenkomst gaan we met het culturele veld in gesprek over het beeld van de sector zoals dat uit de analyse naar voren komt: herkennen we wat we zien? Wat vinden we ervan? Het is belangrijk om dat gesprek goed te voeren, vanuit een feitelijk standpunt.”

De survey houdt de sector een spiegel voor, vindt Chin-A-Fat. ”Rotterdam geldt nu als een broedplaats voor cultureel talent met allerlei verschillende achtergronden. Maar als zij in Rotterdam niet genoeg kansen krijgen om zich verder te ontwikkelen en gevestigde instellingen hun eigen toegevoegde waarde niet zien, trekken ze de stad uit. Dat moeten we zien te voorkomen.”

Voorbeeldrol

Volgens Chin-A-Fat zijn er al kunstinstellingen die bewijzen dat je met vrij kleine ingrepen veel kunt bereiken. “Zo gaf TENT afgelopen zomer haar sleutels aan het Amsterdamse kunstcollectief Metro54. Deze kreeg vrij spel om een tentoonstelling over de relatie tussen straatcultuur en architectuur te cureren. Die verandering in aanpak leverde zowel nieuwe medewerkers als publiek op dat normaal niet vaak binnen de muren van TENT te vinden is: jong en bicultureel.”

Chin-A-Fat is hoopvol dat er snel meer van dit soort voorbeelden komen. “Er wordt weliswaar al sinds de jaren tachtig gesproken over het gebrek aan diversiteit, maar voorheen gebeurde dat vooral op beleidsniveau. Nu roert ook het veld zich en merk je dat er enorme behoefte is aan daadwerkelijke verandering, concrete acties.  Dit is voor een multiculturele stad als Rotterdam een uitgelezen kans om een voorbeeldrol te pakken in het landelijke debat over diversiteit binnen de sector.”