‘Media heeft beperkte invloed op integratie- en immigratiebeleid’

‘Media heeft beperkte invloed op integratie- en immigratiebeleid’

Van Mauro tot de Vluchtkerk: kwesties rondom immigratie en integratie wisten afgelopen jaren regelmatig een mediastorm te ontketenen. Hoeveel invloed heeft deze media-aandacht op beleid? Vrij weinig, zo blijkt uit het onderzoek van socioloog en bestuurskundige Rianne Dekker.

In haar proefschrift ‘Policy in the Public Eye: Agenda-setting and framing dynamics of traditional and social media in relation to immigration and integration policies’ nam ze zestien spraakmakende kwesties rondom het integratie- en immigratiebeleid onder de loep.

Optelsom

Het is moeilijk om te bepalen wanneer media-aandacht daadwerkelijk invloed heeft op beleid. “Beleidsmakers zullen niet zo snel toegeven dat media een rol spelen in de beslissingen die zij maken”, legt Rianne Dekker uit. “De kwestie rondom Mauro was een uitzondering: minister Leers gaf destijds aan dat de overweldigende media-aandacht voor Mauro meespeelde bij de uiteindelijke beleidsverandering rondom Mauro die later leidde tot het Kinderpardon voor ‘gewortelde’ asielzoekerskinderen.”

In andere gevallen was de invloed van traditionele media lang niet zo duidelijk. “Beleidsveranderingen zijn vaak afhankelijk van een optelsom aan factoren. Niet alleen media-aandacht, maar ook de politieke agenda en de invloed van belangengroepen zijn van belang. Het is lastig om het aandeel van de media daarin te isoleren, al zijn er natuurlijk wel aanwijzingen. Daarom heb ik bijvoorbeeld gekeken naar beleidsveranderingen die direct ná overweldigende media-aandacht plaatsvonden.”

Framing

Dekker ontdekte dat een grote hoeveelheid media-aandacht op zich niet essentieel is als invloed op het beleid. Belangrijker is dat de mediaframing eenduidig is én indruist tegen het huidige beleid. Dekker: “In het geval van Mauro was er sprake van beide. Zijn zaak werd breed uitgemeten in kranten en opinieprogramma’s, maar er was ook één duidelijk frame dat de boventoon voerde in al deze berichtgeving: Mauro moet blijven.”

Dekker noemt de vergelijkbare casus van Dennis, een 8-jarige jongen die in 2013 uitgezet dreigde te worden. “Zijn zaak is zo weinig in het landelijke nieuws geweest, dat veel mensen nooit van hem gehoord hebben. Toch kreeg hij uiteindelijk van de staatssecretaris te horen dat hij in Nederland mag blijven. Dat heeft dus te maken met eenduidige framing: ook over Dennis werd steeds op dezelfde manier geschreven.”

Viral

In haar proefschrift analyseert Dekker ook de invloed van sociale media op beleid. “Sociale media worden vaak gezien als een podium voor alternatieve stemmen die de traditionele media niet halen. Het tegenovergestelde bleek uit mijn onderzoek: de framing van integratie- en immigratiekwesties op Twitter en blogs kwam vaak overeen met de berichtgeving van traditionele media. Wel is de toon op sociale media vaak een stuk feller.”

Sociale media bleken geen autonome rol te spelen bij beleidsveranderingen. Daar heeft Dekker een logische verklaring voor: “Wat men bijvoorbeeld op Twitter plaatst, wordt in eerste instantie gedeeld binnen een eigen netwerk van bekenden of gelijkgestemden. Door beleidsmakers is het dus makkelijker te negeren dan kranten of televisie, tenzij het viral gaat en een grote groep mensen bereikt. Maar tegen die tijd is het meestal al opgepikt door traditionele media en kun je dus niet meer spreken van een autonome invloed.”

Voorportaal

Kunnen we dankzij dit onderzoek vaststellen dat maatschappelijke organisaties die op beleidsverandering hopen, hun heil niet hoeven te zoeken bij de media? Volgens Dekker ligt het niet zo simpel. “Uit eerder onderzoek is gebleken dat media-aandacht wél invloed heeft op de politieke agenda. En dat kan weer een voorportaal voor beleidsverandering zijn. Bovendien is bewezen dat de onderwerpen die vaak in traditionele media aan bod komen, uiteindelijk ook de verkiezingsthema’s zijn die het publiek het belangrijkst vindt. De media opzoeken kan dus zeker wel nuttig zijn.”

Belangengroepen schuiven vaak schrijnende individuele gevallen naar voren in de media, in de hoop op meer compassie van het publiek, politici en beleidsmakers. Toch waarschuwt Dekker voor zogenaamde compassion fatigue: “Mauro kwam in 2011 overweldigend veel in het nieuws en het hele land leek met hem mee te leven. Vlak daarna zijn er heel wat soortgelijke gevallen geweest, maar die kregen lang niet dezelfde belangstelling van de media en het grote publiek.”

Herkend op straat

Media-aandacht vragen voor persoonlijke gevallen kan ook andere nadelen hebben. Dekker: “Ik weet dat VluchtelingenWerk daar bijvoorbeeld niet de voorkeur aan geeft. Zoveel publieke belangstelling kan heel ingrijpende gevolgen hebben voor het individu. Ook Mauro wordt zes jaar later nog altijd herkend op straat.”

Het volledige proefschrift ‘Policy in the Public Eye: Agenda-setting and framing dynamics of traditional and social media in relation to immigration and integration policies’ van Rianne Dekker is te lezen in onze kennisbank